Vorige week kreeg ik te horen dat ik ben genomineerd voor de Mensa Fonds Awards, in de categorie werk. Een geweldige eer natuurlijk! Ik wist niet eens dat ik was voorgedragen. Zie de website:
Nieuwe publicatie van mij in het blad AD-Visie, geschreven op basis van mijn onderzoek. Zie op de website van https://www.arbeidsdeskundigen.nl/advisie of download het artikel gelijk hier:
Wel leuk dat het thema blijft interesseren. Vorige week werd het onderwerp ook weer besproken in de Intermediair, waarbij mijn onderzoek werd aangehaald.
Samen met collega-onderzoekers Janet van Horssen, Iris van Kuijk en Esther Backbier heb ik het OnderzoekersCollectief Hoogbegaafdheid opgericht: www.ochb.nl.
Het doel van dit collectief is om in gezamenlijkheid meer onderzoeken te kunnen oppakken die betrekking hebben op hoogbegaafdheid.
Sinds de verschijning van het rapport “Heel slim en toch zonder werk” (4 januari) is er zeer veel media-aandacht voor geweest. Vanaf de eerste dag van verschijning verschenen er artikelen in alle kranten (waaronder Trouw, de Volkskrant, de Telegraaf, het Financieel Dagblad, De Stentor). En zelfs gisteren, bijna twee maanden na verschijning werd ik nog gebeld door een journalist van het NRC Handelsblad die aanstaande zaterdag over het onderwerp wil gaan schrijven.
Ook waren er interviews met ons bij de Radio, en het televisiejournaal van RTL besteedde zelfs aandacht aan het onderwerp!
Ik heb horen zeggen dat het rapport besproken is op de nieuwjaarsreceptie van het UWV. Inmiddels heeft het UWV contact gelegd met het IHBV om te komen praten. In het gesprek waren ze zeer geïnteresseerd en zeer lovend over het rapport.
Al die media-aandacht is natuurlijk erg leuk, en geeft eer aan je werk. Maar mooier zijn misschien nog de mensen die naar aanleiding van dit artikel hun verhaal hebben kunnen doen. Soms in de media, waar veel mensen uit de doelgroep zijn geportretteerd. En vaak via reacties die ons persoonlijk bereiken. Er vallen veel kwartjes, er is veel herkenning. Soms kijken mensen vanuit hun pensionering terug op hun carrière, en begrijpen ze eindelijk een aantal zaken. Het rapport helpt mensen ook echt om in gesprek te gaan, om zichzelf te laten zien. En hopelijk ook om bepaalde mechanismes beter te leren begrijpen en daarmee wellicht veranderingen aan te gaan. Ik ben er trots op dat het rapport dat allemaal voor elkaar heeft gekregen!
Niet met alle hoogbegaafden gaat het goed. Er zijn zelfs aanwijzingen dat hoogbegaafden meer dan gemiddeld in aanraking komen met de geestelijke gezondheidszorg (GGz). Maar hierover zijn geen eenduidige cijfers beschikbaar. Het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) voerde daarom een korte inventarisatie uit, waarin dit vermoeden ruimschoots lijkt te worden bevestigd. Het artikel beschrijft de uitkomsten van de inventarisatie, waarbij speciaal wordt ingezoomd op de jongere respondenten tot 25 jaar. In het artikel worden ook tips gegeven hoe hiermee om te gaan.
Op 7 februari 2017 is een nieuwe versie van het onderzoeksverslag “Heel slim en toch zonder werk” verschenen. We hebben Els Maan gevraagd om een mooie nieuwe versie op te maken.
Ergens eind januari is mijn website gehackt. De schade is gelukkig niet groot. Wel zijn er berichten verloren gegaan. Ik hou het er maar op dat mijn website de aandacht heeft getrokken, na de publicatie van het onderzoeksrapport begin januari.
Op 4 januari 2017 is mijn onderzoeksrapport “Heel slim en toch zonder werk” verschenen. Het bevat de resultaten van het onderzoek dat ik heb uitgevoerd voor het IHBV.
Het rapport is hier te downloaden. Er was gelijk veel media-aandacht voor het onderzoek.
Voor dit onderzoek zijn een kleine 200 hoogbegaafde volwassenen zonder werk bevraagd over de redenen waarom ze werkloos zijn, de redenen waarom het niet lukt om weer werk te vinden, en wat ze denken nodig te hebben. Er wordt ook gevraagd of ze bij deze redenen een relatie zien met hun hoogbegaafdheid.
In het onderzoek is een aantal redenen (factoren) met betrekking tot het werkloos worden systematisch bevraagd. Uit deze bevraging komt naar voren dat de belangrijkste oorzaak van het in een arbeidsloze situatie raken de persoon zelf is. Daarna komen zaken als aard en niveau van het werk, de leidinggevende en de organisatie. Als werd gevraagd naar de relatie met de eigen hoogbegaafdheid dan is het opvallend dat bij vrijwel alle factoren deze relatie wordt gevoeld door tenminste de helft van de respondenten voor wie deze factor van toepassing is. Blijkbaar is hoogbegaafdheid iets wat in alle aspecten van leven ingrijpt.
Bij de tweede onderzoeksvraag met betrekking tot het niet vinden van nieuw werk, geldt opnieuw dat de belangrijkste factor de persoon zelf is. Andere veelgenoemde factoren zijn de arbeidsmarkt,
de inhoud/aard van het werk, de opleiding en privéomstandigheden. Als er gevraagd wordt in hoeverre hoogbegaafdheid een rol speelt bij de diverse factoren van het niet meer aan het werk komen, dan wordt die hoogbegaafdheid bij alle factoren door veel van de respondenten genoemd. Weer wordt duidelijk, dat hoogbegaafdheid dus een rol speelt bij veel gebieden in het leven van de respondenten. Opvallend is dat bij de factoren sollicitatieprocedures en sollicitatiecommissies de relatie met hoogbegaafdheid sterk wordt gevoeld. Het blijkt dat het vinden van een match met de procedures en commissies vaak niet eenvoudig is voor hoogbegaafden. Een ander thema is onderwijs en diploma’s. Onderwijs en diploma’s zijn op verschillende manieren lastig voor hoogbegaafden.
Als gevraagd werd naar de behoeftes dan noemden de respondenten coaching, uitbreiding van het relevante netwerk en het volgen van een opleiding. Voor wat betreft coaching gaat het naast algemene loopbaan coaching om jezelf leren verkopen en aandachtspunten als zelfkennis, zelfvertrouwen, talenten onderzoeken, faalangst en een eigen bedrijf opstarten. Mogelijk zijn dit specifieke aandachtspunten die bij hoogbegaafden sneller en/of sterker spelen dan bij andere werkzoekenden. In de beantwoording van de vragen herkennen we de uit de literatuur bekende problematieken met betrekking tot hoogbegaafdheid, en dan met name verveling (gebrek aan uitdaging), werkbeleving, gefrustreerd innovatief vermogen, zoeken naar zingeving, communicatieproblemen met collega’s en leidinggevenden, onderpresteren en faalangst, anders zijn, aansluiting missen, eigen talenten niet herkennen, arbeidsconflicten en stress.
In het onderzoek konden de respondenten hun antwoorden ruimschoots toelichten. Daarmee zijn niet alleen kwantitatieve, maar ook kwalitatieve gegevens beschikbaar, wat dit onderzoekeen rijk geïllustreerde onderbouwing geeft van de problematieken en achterliggende mechanismes.
Bij hoogbegaafden bestaat soms het beeld dat zij zich vanwege hun capaciteiten en talenten gemakkelijk staande kunnen houden op de arbeidsmarkt en daar zelfs excelleren. Dat is in een aantal gevallen natuurlijk ook zo. Maar de laatste jaren komen er ook andere geluiden naar voren. Een grote groep hoogbegaafden kan zich maar met moeite staande houden op de werkvloer of raakt zelfs werkloos. Niet zelden gaat er aan arbeidsconflict aan vooraf. Tegelijkertijd is er ook onderzoek gedaan naar wanneer het wel goed gaat. In het artikel worden de problemen belicht die hoogbegaafde werknemers kunnen tegenkomen in hun carrière. Maar er zal ook worden ingegaan op de manieren om die valkuilen te omzeilen en er zullen tips aan de orde komen om carrière en werk zodanig in te richten dat je zo goed mogelijk van je talenten gebruik kan maken.
Het rapport ‘Promoting Effective Digital-Age Learning: A European Framework for Digitally-Competent Educational Organisation’, waar ik een (kleine) bijdrage aan heb mogen leveren, is nou beschikbaar op:
Your group gave a substantial contribution to the DigCompOrg Study and we would like to thank you for this! As an acknowledgment for your contribution, your names and affiliations are listed in p. 45 of the report.
Please feel free to further disseminate the report through your own networks.
As you already know, the goal of the framework is :
to encourage self-reflection and self-assessment within educational organisations on digital learning and pedagogies;
to enable policy makers to design, implement and evaluate policy interventions on digital learning technologies.
In the next phase, the DigCompOrg conceptual framework and self-assessment tool will be piloted in real-life educational settings. The focus will be on primary and secondary schools and institutions providing initial vocational education and training. Through this piloting the framework and self-assessment tool will be fine-tuned and operationalised based on a scientific evaluation. The completed framework will help teachers, school and VET administrators and policy makers to bring the potential of digital-age learning into educational practice.